Hanafi Saleh
Mag ik mij even voorstellen? Hanafi Saleh, in 1947 geboren in Soerabaja, Indonesië, en nu wonend in Den Haag. Op mijn 11e jaar ben ik met mijn familie naar Nederland gekomen. Na de lagere – en middelbare school ben ik naar de sportacademie Den Haag gegaan en heb als docent lichamelijke opvoeding voornamelijk in Rotterdam aan het MBO les gegeven.
Het boek “waarom vliegvissen” van Jan Veenhuizen heeft mij er toe gebracht om te gaan vliegvissen. Zodoende ben ik in 1978 voorzichtig begonnen. Alleen in de zomer want ik ging toen jaarlijks naar het voormalige Joegoslavië op vakantie. De Unec bij Planina was de eerste rivier waar ik viste. Ik herinner mij nog als de dag van gisteren het eerste beekforelletje dat ik toen op de vlieg ving. Voorzichtig was ik ook al begonnen met vliegbinden. Dat was toen nog niet zo makkelijk via de beschrijving uit een boek. Een paar jaar later kreeg ik een tip over een andere rivier. Het bleek om de Gmundener Traun te gaan, de rivier waar Roman Moser zijn vliegen en andere zaken uittestte. Hier heb ik leren vliegvissen. Vooral het nimfen met 4-5m lange leaders en een baitindicator, Roman Moser style. Het was niet eenvoudig je nimf op 3m diepte te krijgen en hem daar ook te houden. Nimfen met koper en messing kralen bestonden toen nog niet. Een paar jaar later kreeg ik van Erhard Loidel als extraatje een “Special Nimfe” omdat ik wat gekleurd hertenhaar voor de R.M. ballon sedge bij hem had gekocht. Wat een raar ding vond ik toen. Een kromme haak, wat bruine dubbing op de steel, een koperen kraal en in de nek een biot schuin naar achteren. Wat ving dat ding, niet normaal. Dat was dus het prille begin van de ontwikkeling van de goudkop. Alle stadia heb ik daar meegemaakt. Van conische gaten in de koperen kralen tot de goudkleurige tungsten kralen. Maar ook het vissen met de R.M ballon- en abendsedge. Zeventien jaar na elkaar heb er gevist tot mijn kinderen te groot voor de speeltuin en te klein voor de disco waren.
In de loop der jaren heb ik vele mooie vistrips kunnen maken en verschillende vissoorten kunnen vangen. Bonefish en tarpon in Cuba en Belize, zalm in Rusland, Alaska en British Colombia, snoek in Zweden en Rügen (D), forel in meerdere landen in Europa. De laatste jaren vis ik in de zomervakantie in Zweden en Noorwegen op vlagzalm, forel en snoek. In Noorwegen de Glomma, het stuk van Kvennan en op verschillende plekken in de fjorden en aan de kust waar ik met de bellyboat de pollak belaag. De bellyboat gebruik ik trouwens ook om hier in Nederland op snoek te vissen. Gelukkig ben ik niet blasé en kan ik hier in Nederland nog met veel plezier in de grachten of polders voorntjes vangen.
Het vliegbinden is voor mij een hobby in een hobby geworden. Ik bind geen show- maar visvliegen. Gelukkig heb ik daar een eigen werkkamer voor die vol staat met dozen bindmaterialen die ik vanaf 1978 gekocht heb. Tijdens het binden ben ik eigenlijk al aan het vissen. Is de vlieg niet te groot, te klein, te zwaar, te licht? Welke kleur zou de vis aantrekkelijk vinden? Het leukste binden voor mij is tijdens een vistrip. De ervaringen van die dag proberen verwerken in vangende of beter vangende vliegen.
Het lesgeven zit mij in het bloed en ik moet mij regelmatig inhouden om een collega vliegvisser ongewild tips te geven over zijn werpen of manier van vissen. Gelukkig kan ik op mijn club daar mijn ei kwijt. Bij mijn visclub geef ik de werp- en bindcursus aan beginners en het binden plus voor de wat gevorderde binder
Ik hoop dat ik de bezoekers van de Fly Fair wat leuks kan laten zien bij het binden.